Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Ik Zelf zal ook Mijn hand tegen Mijn hand [62]slaan, en [63]Mijn grimmigheid doen rusten; Ik, de HEERE, heb het gesproken. 62. Te weten om den Chaldeen moed te geven, hen aan te hitsen en op te jagen tot het verderven en uitroeien der Joodse natie; zie boven de aantekening vs.14. Versta dat dit zo blijken zou door de uitkomst der zaak, dat het doen der Chaldeen met Gods rechtvaardigen wil overeenkwam. 63. Dat is mijn moed aan u koelen en mijn toorn aan u verzadigen; vergelijk boven hfdst.5 vs.13.